![]() |
![]() |
![]() |
93 Het Snijden en Schilderen van Wajang Poppen Java:
Plaat 93. Als op plaat 90 en 92 munt ook de werkplaats van dezen schilder van wajangpoppen door eenvoud uit; zij is zelfs geheel uit bamboe samengesteld evenals de bamboebank, waarop deze man zijn arbeid verricht. Die bank verdient even voor het werk zelf besproken te worden. Voor den gewonen Inlander en zijn gezin moet zij als een zijner gewichtigste meubelen opgevat worden. Hij zet haar van bamboe en wat rondhout voor pooten in elkander en bezit dan voor weinig geld zijn tafel, zijn zitplaats bij eten en een gezelligen kout, met een matje of een matras erop zijn legerstede enz. In de eenvoudigste Javaansche woning ontbreekt zulk een bálé dan ook niet. Zoowel de werkplaats als dit meubel leggen een goede getuigenis van de deugdelijkheid van bamboe als bouwmateriaal af.
Het hier afgebeelde beschilderen van wajangpoppen leidt ons binnen bij een tooneel, dat aan Java eigen is. De oorspronkelijkste vorm daarvan bestaat in het vertoonen van een schimmenspel, dat voor de belichaming van daarbij voor¬gedragen fantastische verhalen van goden, geesten en vorsten dienen rnoet. In een volgend hoofdstuk, spelen en vermaken, zal daarover meer gezegd worden; hier diene slechts, dat voor dit schimmenspel poppen van gedroogde en geplette runderhuid dienst doen, die door uitsnijden en opschilderen de in ons oog monsterachtige gedaanten krijgen, op deze plaat zoo in het oog springend. Dr. I. Groneman, die zijn geheele leven de Javaansche samenleving critisch bestudeerde, schrijft dit daaraan toe, dat de Mohammedanen van onzen Archipel geen wezens natuurgetrouw mogen nabootsen, waarom zij aan hun tooneelpoppen dezen onnatuurlijken vorm hebben toebedeeld. Men moet er trouwens wel bij in aanmerking nemen, dat gedrochtelijke reuzen en monsters in de wajangverhalen veel optreden en daarom figuren met groote oogen, muilen met vervaarlijke tanden en zware, dikke lichamen talrijk zijn, gelijk ook hier.
Daarnaast staan de poppen, die goden en helden voorstellen, waarvan de eersten, zooals die staande links van den artist en de twee uiterste hangende, zich door een fraaie kroon en rijk versierd haar onderscheiden en de tweede hangende door hoogst fantastische haarvormen. Meer dan zulks op deze plaat uitkomt munten de goede soorten dezer poppen door een hoogst kunstvaardige bewerking, wat het uitsnijden of liever uitbeitelen der vormen betreft, uit.
Het leder bereidt men op deze wijze toe, dat een stuk huid, aan de binnen en aan de buitenzijde goed gereinigd, tusschen twee gladde plankjes geperst en zoo gedroogd wordt. Daarin trekt de kunstenaar de omtrekken eener gewenschte figuur, waarin dan de soms ragfijne bijzonderheden met een mes en beiteltjes uitgewerkt worden. Hierbij komt de kunstvaardigheid bijzonder op den voorgrond. Later moeten deze poppen dan met kleuren worden beschilderd, waarbij de hoedanigheid van het werk natuurlijk in hooge mate van den prijs afhankelijk is. Daar zoowel in de dorpen als aan de vorstenhoven deze voorstellingen plaats vinden, treft men onder deze wajangpoppen een groot verschil in bewerking aan. Om ze goed te kunnen hanteeren, worden ze aan staafjes met een handvat vastge¬maakt, gelijk dat op de plaat met de pop boven den man reeds geschiedde.
Over de wijze van beschilderen, zooals de man op de plaat doet, behoeft niet veel verhaald te worden; de bamboe met de vele penseelen links, de verfpotjes rechts, de flesschen met olie en andere benoodigdheden, dat alles spreekt genoeg voor zichzelf. Het paar sandalen rechts is echter te eigenaardig om er niet even op te wijzen.
Prof. Dr. A. W. Nieuwenhuis
Powered by Apptha